Je wedstrijdpaard met pensioen
Hoe pak je dat het beste aan?
Een keer is het moment daar om een ouder sportpaard af te laten bouwen naar lager niveau of helemaal terug te trekken uit de wedstrijdsport. Maar hoe merk je dat en hoe vul je dat vervolgens in? Dierenarts Leendert-Jan Hofland en inspanningsfysioloog Dr. Carolien Munsters praten ons bij en drie KNHS-leden delen hun persoonlijke ervaringsverhaal.
Tekst Linde Peters Beeld Arnd.nl, Maid of R Pictures, Pw Photographs, RMphotography
“Als een paard voor de tweede of derde keer dezelfde blessure krijgt, is dat vaak een signaal dat je hem beter kunt terugtrekken uit de wedstrijdsport. Bij oudere paarden gaat het dan meestal om de weke delen, dus peesblessures”, steekt Leendert-Jan Hofland van wal. Hij is dierenarts bij Dierenartsenpraktijk Bodegraven en teamveterinair van de TeamNL eventingpaarden. Ook PPID is een reden dat paarden gevoeliger worden voor blessures en andere kwalen. “Dit komt veel voor bij oudere paarden. Het zorgt er onder meer voor dat het bindweefsel minder sterk wordt en dat leidt tot orthopedische problemen. Vaak wordt PPID onderschat en pas wat later ontdekt. Als je symptomen zoals de gekrulde vacht ziet, ben je meestal al te laat. Het is zinvol om een paard boven de vijftien jaar in de herfst op PPID te testen. In die periode is de test namelijk het meest betrouwbaar. Als je de ziekte tijdig onderkent, kun je wat makkelijker uit de blessures blijven.”
TWEEDE CARRIERE
Daarnaast ziet Hofland in de praktijk dat nog te weinig ruiters een stap terugdoen als een paard te weinig progressie boekt in de training of het werk lichamelijk minder goed aankan. “In de hogere dressuur zijn er een paar kantelmomenten, namelijk het aanleren van de wissel, de wisselserie en de piaffe/passage. Deze oefeningen vragen ook extra talent en niet ieder paard kan dat aan.” Toch hoeft dat niet meteen het einde van zijn carrière te betekenen. “Een dressuurpaard op dat niveau is vaak nog super geschikt voor een junior of young rider. Ook een ouder 1.40m-springpaard kan nog prima in het 1.20m voldoen. In de eventingsport is een schoolmaster eveneens fantastisch. Zo’n paard denkt met zijn ruiter mee en maakt een afstand passend. Voor een minder ervaren ruiter is dat goud waard om ongelukken te voorkomen. Mensen zijn weleens bang dat ze met de aanschaf van een ouder paard de ‘ellende’ van een ander kopen, maar dat hoeft helemaal niet. Er is een groep mensen die op lager niveau nog veel plezier kan beleven aan een ervaren wedstrijdpaard. Ik denk dat veel paarden te vroeg worden afgeschreven en dat is jammer. Ik probeer altijd te kijken wat er nog wél mogelijk is. Een paard met rugproblemen kan soms prima geschikt zijn voor de aangespannen sport. Zo heeft zo’n paard toch weer een nieuwe carrière.”
BELASTING
Bekend is dat paarden tot op hogere leeftijd hun uithoudingsvermogen en kracht kunnen behouden. Inspanningsfysioloog Dr. Carolien Munsters legt uit: “Het komt wel eens voor dat bijvoorbeeld een negentienjarig eventingpaard nog succesvol meeloopt in Badminton. Echter zien we vaak dat er veterinaire redenen zijn waarom paarden eerder uitvallen. Ook heeft het te maken met een stukje management. Als een veertienjarig paard al met pensioen moet, kun je je afvragen hoe de belasting in de jaren daarvoor was. Als het paard al te vroeg te veel heeft gedaan, kan een veertienjarige het lijf van een twintigjarige hebben. Het kan ook zijn dat het paard niet correct getraind is of een afwijkende anatomie heeft en daardoor de gevraagde belasting minder goed aan kon.
Leendert-Jan Hofland:‘Ik denk dat veel paarden te vroeg worden afgeschreven en dat is jammer’
Merk je dat jouw paard wat blessuregevoelig is? Vraag je dan af of hetgeen wat je van je paard vraagt wel past bij wat hij aankan. Wat doe je allemaal in een week? Hoe zwaar is dat? Soms gaan mensen er te makkelijk vanuit dat paarden het allemaal wel kunnen. Ze denken: als hij zijn oortjes naar voren heeft, is het wel goed. Maar wij hebben paarden jarenlang gefokt en geselecteerd op meewerkend gedrag. Het feit dat het paard het blijft doen op karakter wil niet altijd zeggen dat hij het werk fysiek aan kan. Bovendien zijn er veel verschillen qua ras. Uit onderzoeken blijkt dat bij koudbloeden en Friese paarden het veel moeilijker is om aan de buitenkant te zien wanneer het werk te zwaar is voor zo’n paard. Dit kan leiden tot verkeerde interpretaties van de ruiter. Met bijvoorbeeld het gebruik van een hartslagmeter kun je objectiever meten hoe intensief de training of wedstrijd is voor je paard. Door die tijdig in te zetten, voorkom je dat het paard wordt overvraagd en dat er blessures en uitval ontstaan.”
SCHOOLMASTERS
Leendert-Jan Hofland werkte in het begin van zijn carrière in Duitsland. “Dat was voor mij eerst een cultuuromslag. Daar wordt namelijk nog heel veel met oude paarden gedaan, meer dan in Nederland. Ik dacht eerst: wat moet je met die oude beesten? Maar later ben ik dat veel meer gaan waarderen, zeker toen mijn eigen kinderen op zulke schoolmasters gingen rijden. Daar leerden ze ontzettend veel van. We hebben veel ervaren dressuur- en eventingpaarden op stal gehad, zoals Umberto (foto). In 2014 namen we hem over van Merel Blom. Hij liep toen viersterren eventing. Mijn dochter reed hem in de klasse L en M. Daarna is hij op stal veel gebruikt door verschillende ruiters die hem naar de Z dressuur reden. Op 21-jarige leeftijd liep hij in Renswoude nog een BB-cross. Dat had hij al zeven jaar niet meer gedaan, maar ruiter en paard genoten volop!”
RUST ROEST
“Voor ieder paard is beweging belangrijk, maar zeker voor oudere paarden”, zegt Leendert-Jan Hofland. “Hoe meer het paard kan blijven bewegen, hoe beter. Naast het rijden kan dit bijvoorbeeld ook in de stapmolen. Natuurlijk is dit wel afhankelijk van eventuele veterinaire beperkingen. Een ouder paard kan de training stijver beginnen. Dat is niet onoverkomelijk, maar het moet niet elke dag erger worden of langer duren voordat het paard los is. En zichtbare kreupelheid vinden we sowieso niet oké.”
Carolien Munsters adviseert goed te kijken naar het individuele paard. “Bij oude paarden gaan we uit van beweging met lage intensiteit. In de training moet je geen piekbelasting meer vragen. Zorg dat ze een goede warming-up en coolingdown krijgen. Kijk daarbij ook hoe lang je eigenlijk nodig hebt voor de warming-up. Tien minuten of een kwartier is prima. Maar als het paard na twintig minuten of een half uur nog steeds erg stijf is, dan moet je een stap terugdoen en kan het paard beter stapritjes gaan maken. Kijk ook goed naar het gedrag van je paard. Staat hij er nog vrolijk bij, wil hij nog werken en komt hij nog met plezier zijn stal uit? Als je ziet dat het minder wordt, dan moet je de arbeid en het management aanpassen. Laat het paard ook regelmatig controleren door de dierenarts. Dat is ook belangrijk bij oude paarden.”
IDEAAL VOOR OPFOK
Overweeg je om jouw paard terug te trekken uit de wedstrijdsport? “Stop dan niet acuut met de training, maar bouw dit langzaam af. Paarden die ineens alleen maar in de wei staan, zie je fysiek erg achteruitgaan. Ze worden stijf en verliezen spieren. Als je niet meer rijdt, heb je in drie maanden tijd echt een oud paard”, aldus Leendert-Jan.
Carolien vult aan: “Denk ook goed over het management. Een sportpaard is het misschien altijd gewend geweest om ook op stal te staan. Zet hem niet ineens 24/7 in de wei. Sommige paarden vinden het fijn om tijdens hun pensioen nog dezelfde routine te houden, bijvoorbeeld door in de stapmolen te gaan. Laat het paard niet wegkwijnen in de stal en zorg dat hij tijdens zijn pensioen nog steeds de persoonlijke aandacht krijgt die hij verdient.” Ook sociaal contact is voor het oudere paard onmisbaar. “Vaak wordt vergeten dat oudere paarden goud waard zijn in de opfok. In de natuur staan er ook niet alleen jaarlingen bij elkaar. Het beste is een mix qua leeftijden en oudere paarden hebben hierbij een belangrijke, opvoedende taak. In veel gevallen zie je dat zo’n oudje in een gemengde groep aan een ‘tweede jeugd’ begint, omdat hij veel in beweging is.”
Carolien Munsters: ‘Het feit dat het paard het blijft doen op karakter, wil niet altijd zeggen dat hij het werk fysiek aan kan’
TIPS VOOR OUDERE PAARDEN
- Geef het paard veel vrije beweging in de weide en/of paddock.
- Train met een lagere intensiteit en houd je training afwisselend.
- Zorg voor een langere warming-up en coolingdown.
- Oefen met grondwerk. Dit is ideaal als warming-up, coolingdown of wanneer je het paard niet meer kunt rijden. Daar kan hij nog veel plezier aan beleven.
- Overleg met de dierenarts of voedingsdeskundige over aangepast seniorenvoer. Oudere paarden hebben eerder last van spierafbraak, daarom moet het voer wat meer eiwit bevatten.
- Zet het oudere paard niet in een te rijke weide.
- Laat het paard tijdig behandelen door de tandarts en hoefsmid.
Lezersverhalen
Eline Baerts & Zafira Dona
Grand Prix-dressuurmerrie Zafira Dona (20) liet alle dromen van Eline Baerts uitkomen. Na het WK working equitation nam de merrie afscheid van de sport.
LEES MEER
Linsey Manten & Zamzam
Zamzam (20) startte onder Alice Naber op het EK eventing. Hij is sinds drie jaar met prepensioen bij Manege ’t Hoogt. Linsey Manten werkt daar en rijdt op ZamZam.
LEES MEER
Berber Bakker & Flicka
De Haflinger Flicka van Berber Bakker was vorig jaar al 25 toen ze haar sportpredicaat (Z1 +3) haalde. Inmiddels geniet ze van een actief pensioen.
LEES MEER
Eline Baerts & Zafira Dona
Eline Baerts kreeg Zafira Dona als veulen in 2004. “Ik maakte haar zelf zadelmak en in de basissport doorliepen we alle klassen. In 2020 reden we ZZ Zwaar en bleven onze scores steken. We maakten toen de overstap naar de Working Equitation en daardoor werd Zaf lichamelijk sterker en stabieler in de dressuur. We pakten daarna de reguliere dressuur weer op en reden binnen een jaar van het ZZ Zwaar naar de Grand Prix. Daarmee kwam echt een meisjesdroom uit! Toch moest het allermooiste moment nog komen. Dat was in 2022, tijdens het WK Working Equitation. Daar startten we voor het Nederlandse team. Zaf was toen achttien jaar en topfit. Toch besloot ik dat ze definitief met wedstrijdpensioen mocht. Ze had me al zoveel gegeven en twee hele grote dromen waargemaakt. Onder toeziend oog van mijn teamleden nam Zaf afscheid van de sport. Een heel mooi en emotioneel moment.
Daarna heb ik haar rustig afgetraind en nu rijd ik haar nog vier keer per week. Zaf wordt ook gereden door een vriendin van mij en mijn zoontje (10) zit er soms op. We doen alleen nog leuke dingen en rijden niet meer met de intensiteit van vroeger. We maken bosritten en soms gaat Zaf nog mee naar een koeientraining. In de bak laat ze zien dat ze niet alles verleerd is. Als je een serie wilt rijden, voelt ze zich nog een prinsesje. Ik merkte wel dat ze wat stijver werd. Ze begint wat artrose te krijgen en dus heb ik haar onlangs laten inspuiten in de hals. Een stille droom is om nog een keer een eitje uit haar te spoelen. Ze is een Grand Prix-keurmerrie en een veulen van haar zou mijn droom helemaal compleet maken. Maar ze gaat hier nooit meer weg. Ze mag heerlijk van haar pensioen genieten. Dat heeft ze echt verdiend.”
Linsey Manten & Zamzam
ACSI Zamzam (20) kwam onder Alice Naber-Lozeman aan start op het EK eventing en liep op viersterrenniveau. Inmiddels is hij drie jaar met prepensioen bij Manege ’t Hoogt in Utrecht. Linsey Manten werkt daar en rijdt op ZamZam. “Met manege-eigenaar Thijs Visscher liep Zamzam in de L-eventing. Ruim twee jaar geleden vroeg hij of ik Zamzam dressuurmatig wilde trainen. Ik ben ook wedstrijden gaan rijden en begon in de B. Dit voorjaar staat ons M1-debuut op de planning. Waarschijnlijk is dit het hoogste niveau dat Zamzam nog zal starten. Hij is nog fit, maar in het verleden is hij een keer met zijn been in het prikkeldraad beland. In de winter is dat been wat dikker. Hij loopt dan iets stijver en heeft een goede warming-up nodig. Maar hij doet hartstikke goed zijn best en vindt het werk nog erg leuk.”
Anderhalf jaar geleden stopte Thijs met de eventingwedstrijden en sindsdien mag Zamzam ook ruiters in de manegelessen blij maken. “Ik rijd zo’n vier à vijf keer per week op hem en in totaal loopt hij zo’n twee uur per dag. Zamzam is heel braaf voor minder ervaren ruiters en zij vragen er ook niet zoveel van. Die lessen zijn minder intensief voor hem. In de manegelessen is ieder week een ander thema. De ene keer is dat dressuur, de andere keer springen of spelletjes doen. Dat zorgt ook voor veel afwisseling in zijn week. Zelf rijd ik Zamzam voornamelijk dressuurmatig en een keer per week springen we. Ondanks al zijn ervaring zou ik Zamzam geen typische schoolmaster noemen. Zo is hij ook niet verkocht. Het is echt een paard met een mening. Je moet het echt samen met hem doen en hij geeft het je niet cadeau. Maar als je eenmaal een band met hem hebt, doet hij het voor je.”
Berber Bakker & Flicka
Berber Bakker vormt al vijftien jaar een combinatie met de Haflingermerrie Flicka. “We waren allebei elf jaar toen we elkaar leerden kennen. Flicka was eerst mijn verzorgpony en na vier jaar kochten we haar. We reden de eerste jaren recreatief en begonnen in de B dressuur bij de pony’s. Vorig jaar april haalde ze haar sportpredicaat (Z1+3) bij de paarden. Flicka was toen 25. Vanuit het stamboek kreeg ik te horen dat dit echt een uitzonderlijke prestatie is. Eigenlijk was het sportpredicaat helemaal niet mijn doel. Ik was al blij als ik een keer M1 kon rijden! Toen dat lukte, hebben we onze grenzen steeds verder verlegd. Ik merkte wel dat de Z-oefeningen wat zwaarder voor haar werden. Daarom had ik besloten dat ze na het behalen van het sportpredicaat met actief pensioen mocht.
Nu rijd ik haar drie keer per week. We maken veel buitenritjes, longeren en doen mee aan TREC-clinics. Soms trainen we nog in de bak en daar is ze fanatieker dan ooit. Mensen verwachten niet dat Flicka 26 is. Bijna wekelijks hoor ik: ‘Oh, is ze echt zo oud?!’ Ze heeft een iets langere warming-up nodig, maar verder merk ik weinig qua ouderdomskwaaltjes. In het verleden heeft ze meerdere gezondheidsproblemen gehad, zoals een darminfectie en hoefbevangenheid, maar met het juiste management houden we dit goed onder controle. Ik probeer Flicka wel zo fit mogelijk te houden, omdat ze paardenastma heeft. Juist door te rijden heeft ze daar minder last van. Bovendien wordt ze vervelend en ongeduldig als ik niks met haar doe. Ze wil heel graag wat doen en zolang het kan, blijven we de dingen doen waar we samen blij van worden.”