Janneke Boonzaaijer

‘Ik heb het crossen nodig om alles los te kunnen laten’ 

Nederlands kampioen Janneke Boonzaaijer (27) richt zich met twee troeven op de Spelen van Parijs en solliciteert nadrukkelijk naar een van de drie te vergeven plekken in het olympisch eventingteam. We spraken Janneke op haar thuisbasis in Renswoude, over haar ontwikkeling als ruiter, liefde voor de sport, en over kritiek op diezelfde sport. Hoe erg ze dat laatste vindt, stak ze niet onder stoelen of banken.

Tekst Peter van Pinxteren Beeld Sushilla Kouwen

Kun je wat meer over je achtergrond vertellen? Volgens mij ben jij bijna geboren als eventingruiter.

“Dat kan ik beamen. Ik heb de eventing van thuis uit voor 100% met de paplepel ingegoten gekregen. Het duurde wel lang voordat ik me serieuzer met de sport ging bezighouden. Ik was heel speels en wilde eigenlijk alleen maar crossen. We hadden hier thuis de ruimte. Ga je dan als kind in de bak rijden of lekker buiten de baan op? Hoe gekker hoe beter was mijn motto. Dat heeft me wel gevormd als crossruiter. Ik was en ben eigenlijk nooit bang. Ik sta aan de start en denk: ‘Ik kan dit!’”


Het duurde dus even voordat je serieus werd. Toch was je bij de jeugd al aardig succesvol?

“Pas aan het eind van mijn juniorentijd, daarvoor viel ik niet echt op. Mijn oudere zus Henrieke reed al langer heel goed en mijn ouders reden veel. Ik ging met hen mee en dat was allemaal prima. Mijn zus maakte een succesvolle stap naar de junioren en Young Riders en won veel. Zij was heel anders dan ik. Gestructureerd, veel trainen en serieus dressuurrijden. Dressuur was nooit mijn sterke punt. Ik stond bijna altijd ergens onderaan en haalde dat dan weer op in de cross en bij het springen. Op een gegeven moment ben ik me er toch in gaan ontwikkelen en nu tien jaar later vind ik dressuur waanzinnig leuk. Als hobby rijd ik bijvoorbeeld nu ZZ-Zwaar. Ik ben me meer gaan verdiepen in het correcte africhten van paarden en had ook de juiste mensen om me heen die me triggerden op dat vlak. Ik ben meer secuur in het rijden geworden, terwijl dat stoere is gebleven. Ik ben blij dat het zo is gegaan. Dapper zijn kun je bijna niet leren, tenminste dat lijkt me lastig.”


‘Ik wilde vroeger eigenlijk alleen maar crossen’

Als topsporter wil je altijd beter worden. Waar kun jij nog aan schaven?

“De algemene basis van rijden en opleiden zit er wel in. Het is tegenwoordig allemaal meer ‘paardgericht’. Je specificeert je meer per paard en probeert op individuele basis een paard beter te krijgen. Zo wordt mijn rugzakje steeds voller. Neem Champ. Die rijd ik al heel lang, maar hoe gaaf is het om te zien dat hij nog steeds verbetert. Hij is inmiddels zeventien en ik heb nog steeds niet het idee dat we er al zijn. ‘Had ik dit maar zes jaar geleden geweten’, denk ik wel eens. Dat groeien van een paard vind ik het leukst. Ik word daar zelf heel gretig van.”


Je geeft ook veel les, dus draagt je kennis zo weer over?

“Toentertijd hebben mensen mij getriggerd en ik vind het leuk om dat nu bij anderen te doen, zodat ze anders over dingen gaan nadenken. Hoe leer je paarden iets, maar ook hoe leer je mensen iets. Ik haal daar wel energie uit. Het rijden en lesgeven is nu een beetje fiftyfifty. Ik rijd normaal tot een uur of drie en daarna ga ik lesgeven tot in de avond. Het is vrij veel, maar er moet ook geld binnenkomen. Richting de zomer wordt dat lesgeven wel minder, zodat ik mijn focus goed op het grote doel kan houden. Daar zit een aandachtspunt voor mezelf. Ik kan namelijk niet zo goed nee zeggen en wil mensen graag helpen. ‘Dat kan wel even’, denk je dan, terwijl vervolgens blijkt dat het eigenlijk niet kon.”

‘Mits goed opgeleid is er geen leuker leven voor een paard dan de eventingsport’

‘Eventing kost meer dan dat het oplevert. Het is pure passie’

janneke boonzaaijer poseert met cap onder de arm

Janneke Boonzaaijer

TeamNL amazone Janneke Boonzaaijer (1996) maakt met ACSI Champ de Tailleur en I’m Special N N.O.P. deel uit van het Olympisch eventingkader. Ze behaalde bij de jeugd diverse nationale titels en was van 2017 tot en met 2021 opgenomen in het KNHS Talententeam. In 2021 nam ze met Champ de Tailleur deel aan de (uitgestelde) Olympische Spelen van Tokio. Vorig jaar won ze met Champ de Tailleur een CCI4*-L in Polen, was ze met hem de beste Nederlandse combinatie op het EK (17e) en prolongeerde ze met I’m Special in Boekelo haar Nederlandse titel. Meer over Janneke Boonzaaijer. 

janneke boonzaaijer pakt een hoofdstel in de zadelkamer

‘Ervaren eventingpaarden weten wat er gaat komen als het crossdag is’

Als je de eventingsport zou moeten verkopen aan iemand uit een andere discipline. Wat zou je dan zeggen?

“Het is heel gaaf om meerdere dingen met je paard te doen en een mooie uitdaging om in drie verschillende onderdelen zo goed mogelijk te willen zijn. Daarnaast vinden veel paarden niks leuker dan een crossparcours lopen. Natuurlijk moeten ze het leren en vinden sommigen het in het begin spannend, maar als ze eenmaal het spelletje begrijpen, is er eigenlijk geen een die niet graag wil. Dat gevoel samen is waanzinnig. Dat je echt een band hebt met elkaar, want anders doet je paard het niet. Zelf zou ik niet zonder het crossen kunnen en misschien dan wel op het rijden uitgekeken raken. Ik heb die cross op een bepaalde manier nodig om alles lekker los te kunnen laten. Heerlijk, samen met mijn paard.”


Tegelijkertijd is er juist vanwege de cross eerder kritiek op de eventing dan op andere disciplines, en helemaal als er iets met een paard gebeurt. Hoe kijk jij daarnaar?

“Ik geloof er heilig in dat er niks mooier is voor een paard, maar de opleiding moet natuurlijk wel goed zijn en je moet als ruiter realistisch naar jezelf zijn. Dus niet denken dat je heel goed bent, terwijl dat tegenvalt en je dingen doet die jou en je paard boven de macht gaan. Als je altijd in een bakje springt en één keer in de zoveel tijd een cross binnenrijdt, is dat heel anders. Alleen al de bodem. Een paard moet leren door een slechtere bodem te lopen.

Maar de kritiek is ook vaak onterecht en heel vervelend. De sport is al zoveel veiliger geworden en iedereen doet op zijn manier zijn best, zeker in de top van de eventing, weet ik. Ook omdat het echt een levensstijl is, terwijl er niet eens veel verdiend wordt. Bij springen of dressuur zit meer geld achter, maar dat geldt niet voor de eventing. Iedereen weet dat, en toch…” (wordt emotioneel)


Dit raakt je duidelijk.

“Ja dat klopt. We stoppen zoveel in deze sport. De paarden krijgen echt alles en ik vind het lastig dat er soms zo over gedacht en gesproken wordt. Ik kan geen eventer bedenken die niet alles voor zijn paarden over heeft. Zoals ik zei, het kost sowieso meer dan dat het oplevert. Dit is pure passie. Als je iets met passie doet, ga je er altijd zo goed mogelijk mee om.

Maar als er bij ons in de eventing eentje valt en dat verschijnt op social media is de wereld te klein. Mensen hebben direct een mening paraat. Maar wie weet, gebeurt zoiets wel door een medische oorzaak, zoals een lekkende hartklep. Paarden vallen ook om in de wei, waarschijnlijk veel vaker, maar daar hoor of zie je niks van. Ik vind dat heel lastig, want die paarden doen iets wat ze echt leuk vinden. Een paard kan jaren plezier hebben gehad in de cross en dan opeens omvallen. Dat is verschrikkelijk, en dat vinden wij allemaal, maar om dan meteen vergaande conclusies te trekken. Ik snap dat echt niet en dat doet me gewoon pijn.”

Na afloop van het interview had hoofdredacteur Peter van Pinxteren nog enkele korte, persoonlijke vragen voor Janneke. Dus wil je weten wie haar grootste fan is, welke ruiter haar voorbeeld is en voor welk paard ze graag een box vrijmaakt op stal? Luister dan naar deze audio.

Er is niks mooiers voor een paard dan een cross lopen, geef je aan. Hoe ervaar je dat?
“Dat is verschillend en hangt ook wel af in combinatie met welke ruiter. Het is wel dat ervaren eventingpaarden weten wat er gaat komen als het crossdag is. De omstandigheden, de sfeer, zelfs de geuren. Ze weten het al als je ze ’s ochtends gaat voeren. Ze raken excited. En dat is niet voor niks. Wel moet je zo’n paard netjes opleiden, van jongs af aan en niet snel, snel, snel door de klassen heen. Als je dat doet, is er geen leuker leven voor een paard dan deelnemen aan de eventingsport.”


Je hebt zelf twee van zulke paarden genomineerd voor Parijs; de ervaren ACSI Champ de Tailleur en de jongere I’m Special N N.O.P. Wat zijn verschillen en overeenkomsten tussen beiden?

“Poeh, ze zijn best verschillend hoor. Champ was altijd een beetje een buitenbeentje van de klas. Ik rijd hem voor zijn eigenaar, Lieke van der Werf, een vriendin van mij. Toen zij zes jaar geleden ging studeren, stopte met rijden en Champ niet wilde verkopen, ben ik hem gaan rijden. We hadden nooit verwacht dat hij zou gaan doen wat hij nu doet. Hij had wat meer vertrouwen nodig in de cross en dat bleek ik vrij snel voor elkaar te krijgen. Nu zijn we twee handen op één buik. Dat is waanzinnig. Als ik nu een cross inrijd, doet hij het voor het gevoel op de automatische piloot. Voor de eigenaren is dit ook geweldig. Ze volgen ons op de voet."

“I’m Special heb ik nu twee jaar. Een heel kwaliteitsvolle merrie. We hebben haar als vierjarige verkocht aan een klant die hier leste, maar ik had al vlug door dat we dat te snel hadden gedaan. Toen ze weer te koop kwam, heb ik een andere eigenaar benaderd en gezegd: ‘Ik heb een project. Ik weet niet of het geweldig wordt, maar ik denk ik wel.’ We hebben I’m Special toen samen gekocht. Bij haar moet ik eerder een compromis sluiten, terwijl Champ het altijd zal doen zoals ik het aan hem vraag. I’m Special heeft zich super ontwikkeld, vooral bij het springen en in de cross. Dressuur is wel een aandachtspunt. Daar zijn we nu volle bak mee bezig. De kwaliteit is er, maar het moet nog meer op zijn plek vallen.”


janneke boonzaaijer zit met een jack russel hondje op schoot in de zadelkamer

De teamkwalificatie voor Parijs, het grote doel van vorig jaar, werd op de valreep behaald op het EK. Hoe was dat?

“Dat was heel gaaf. Het hele jaar hadden we gericht op die kwalificatie. Dat lukte niet in de landenwedstrijden voor het EK en daardoor ontstond wat negativiteit. ‘Kun je niet beter voor jezelf kiezen dan voor het team?’, gaat het dan. Maar toen kwam het EK. De dressuur ging goed genoeg, maar de cross was zeer zwaar. Het regende en de bodem zoog. Ik had niet eerder op zo’n slechte bodem gereden. Ze plakten als het ware aan de grond, maar Champ kan goed door de modder lopen. Ik moest nul rijden en heb er door de omstandigheden niet van genoten, alhoewel Champ mij wel een gaaf gevoel gaf en bleef gaan. Het was uiteindelijk kantje boord voor het team en toen we met de overgebleven drie combinaties door de keuring voor het springen kwamen, kon het eigenlijk niet meer mis gaan. Ik was blij, ook voor de anderen en vooral voor Andy (Heffernan, red.). Die heeft best wat over zich heen gehad, omdat hij als bondscoach zichzelf had opgesteld. Ik wilde daarom graag een lange neus trekken naar de mensen die daar over gezeurd hadden. Nu hoop ik dat we als land kunnen doorgroeien en ooit in staat zijn om medailles te winnen.”

‘Ik hoop dat we als land doorgroeien en ooit in staat zijn om medailles te winnen’

Je hebt alvast goede papieren om deel uit te maken van het team dat in Parijs aan de start komt?
“Het is voor de hand liggend, maar alles zal moeten kloppen. Het blijft moeilijk. Ik vind dat de paarden die op dat moment het fitst zijn moeten gaan. Ik hoop dat die van mij daarbij hoort, maar als dat niet is, heb ik er ook niks te zoeken. Zo zwart-wit bekijk ik het wel. Ik wil mijn paard niet iets laten doen dat hij op dat moment niet kan, en naar Parijs gaan om achteraan te eindigen of niet door de keuring te komen. Champ en I’m Special gaan hetzelfde traject lopen en dan zullen we het gaan zien.”


Je neemt olympische ervaring in de bagage mee, al was er in Tokio teleurstelling vanwege een verkeerd gereden cross. Hoe heb je dat ervaren?

“Ik neem heel veel vanuit Tokio mee naar Parijs en denk dat het heel anders zal zijn, mocht ik meegaan. Tokio kwam uit de lucht vallen. Die Spelen zouden eigenlijk een jaar eerder zijn en dan was ik er sowieso nooit naartoe gegaan. Doordat Champ in 2021 de fitste was en de kaarten anders geschud waren, kwamen wij bovendrijven. Natuurlijk waren we constant dat jaar, anders waren we niet gegaan. Ik heb geleerd wat we niet moeten doen en ook wat we wel moeten doen. Dat heeft me sterker gemaakt, waardoor ik afgelopen jaar het team heb kunnen helpen voor die kwalificatie.”