JILLIAN 

GIESSEN

ROBIN 

HEIDEN

TANI 

JOOSTEN

JILLIAN GIESSEN

ROBIN HEIDEN

TANI JOOSTEN

Bij het herkennen, selecteren en opleiden van ruiters met talent maken scouts en trainers van het KNHS Trainersplatform gebruik van de Talentenkijkwijzer als hulpmiddel. Deze leidraad is eerder ontwikkeld vanuit een onderzoeksproject, met behulp van deskundigen, waaronder de bekende NOC*NSF coach Peter Murphy. In totaal vallen er zes competenties, de zogenaamde resultaatgebieden, onder de Talentenkijkwijzer. De ideale topruiter voldoet in hoge mate aan deze zes resultaatgebieden, al zijn er op individuele basis altijd sterke en zwakke punten te onderscheiden.

Hoe zit dit bij de drie amazones die in 2024 voor het eerst deel uitmaken van het KNHS Talententeam? We laten ze ad random vier competenties uit een bakje grabbelen, hier zelf over vertellen, en leren zo deze drie debuterende dames beter kennen.

1. Heeft een goede rijtechniek

Om goed te presteren moet de topruiter een goede rijtechniek hebben. De topruiter is in staat die manier van rijden te kiezen die het beste bij het paard past.

Robin Heiden (dressuur): “Ik ben op het technische vlak vooral met details bezig. Ik doe wel veel op gevoel en denk dat dat beter werkt dan heel bewust met rijtechniek bezig te zijn. Met Gasmonkey wil ik de overstap naar de U25 maken, dus met piaffe en passage, maar ook met de eners. Ik merk dat daarin mijn techniek nog moet verbeteren. Dus het heel precies omleggen van je been en op tijd weer stilhouden, zodat er niet meer wissels komen dan je wilt. Ik rijd sinds kort ook Hollywood, een kloon van Jazz. Die kent de oefeningen. Vooral bij de piaffe en passage moet je gevoeld hebben hoe het hoort. Heel leuk om dit allemaal te leren.”

Jillian Giessen (eventing): “Dressuur is ook voor mij de basis en dan bedoel ik niet eens het rijden van een proef, maar dat paarden recht zijn, goed voor je been en lekker door het lichaam. Ik heb geleerd dat het bij jonge paarden snel kan gaan, maar dat je ook weer een tijdje stilstaat. Dat is normaal, maar voorheen kon ik dan wel eens wat in paniek raken. ‘Wat doe ik fout? Hij wordt niet beter of zelfs slechter!’

Ik probeer altijd veel op mijn gevoel af te gaan en volg veel lessen. Vanuit TeamNL krijg ik dressuurmatige training bij Ian Woodhead en ik heb crosstraining gehad van Austin O’Connor. In Nederland heb ik veel geleerd van Tim en Martin Lips en wat betreft springen ook van Leon Kuipers en Mans Buurman. Ik probeer van iedereen wat mee te pikken, maar blijf wel van mijn gevoel uitgaan. Je kent je eigen paard als geen ander.”

Jillian: ‘Op mezelf ben ik soms wel eens te kritisch’

2. Heeft veel paardenkennis

De topruiter heeft het vermogen en inzicht nodig om goed paarden te kunnen opleiden en gezond te houden.

Tani Joosten (springen): “Ik heb veel geleerd van mijn ouders. Zij hebben beiden gereden en mijn moeder is ook instructrice geweest. Nu geeft ze mij nog altijd les. Als er iets is, zeg ik altijd: ‘Mam, wil je even meekijken?’ Mijn moeder heeft veel verstand van paarden. Van haar heb ik veel paardenkennnis gekregen, waaronder het management, dus alles rondom de paarden.

Ik probeer ook zoveel mogelijk bij te leren, bijvoorbeeld via podcasts en YouTube. Daarnaast heb ik veel kennis opgedaan door het vooral zelf te ervaren. Ik werk op stal bij Hendriks Sporthorses, ben verantwoordelijk voor het management van de paarden en dus degene die beslist, zoals moet het paard naar de dierenarts of niet?”

Robin: “Ik kom ook uit een paardenfamilie. Mijn moeder was professioneel amazone en mijn vader is hoefsmid. Ik heb er geluk mee gehad dat zij me altijd hebben kunnen helpen. Niet alleen leren rijden, maar ook het management eromheen. Als jong kind vond ik rijden eerder eng en vooral het omgaan met paarden leuk. Alleen daar leer je al veel van.

Veel aandacht gaat momenteel uit naar het mentale welzijn en het paardvriendelijk bezig zijn. Onze dressuurpaarden komen zoveel mogelijk in de wei en doen veel andere dingen, zoals op buitenrit gaan. Door ervaring leer je finetunen per paard, vooral wat betreft de voorbereiding op een wedstrijd. Heel leuk om dat te ontdekken. Met paarden raak je nooit uitgeleerd.”

3. Wil beter worden

Alle topruiters bezitten deze competentie in hoge mate en laten een sterke wil en motivatie zien om zichzelf en de eigen prestaties te verbeteren.

Jillian: “Ik wil heel graag beter worden. Ik vind het daarom interessant om video’s van anderen te bekijken, gewoon op ClipMyHorse of trainingsvideo’s op social media. Je leert daar super veel van. Op mezelf ben ik soms wel eens te kritisch. Ik was bang fouten te maken en dacht niet; ik kan van die fouten leren. Nu heb ik daar wel mijn weg in gevonden. Vanwege mijn carrière ben ik naar Engeland gegaan, waar ik nu op een stal werk. Eventing is daar heel groot. De wedstrijden zijn er anders, moeilijker, dikker. Je kunt er alleen maar beter van worden.”

Tani: “Iedere topsporter wil beter worden, dat is bij mij niet anders. Momenteel gaat alles zo snel en presteer ik met Galdal Mé al op het allerhoogste niveau. Dat is voor mij eigenlijk al een droom en had ik een jaar geleden nooit verwacht. Het belangrijkste is nu het paard heel houden en zo door te gaan. Een keer een kampioenschap rijden zou nog heel mooi zijn. Het NK in Deurne komt er aan. Dat wordt mijn eerste NK en daar kijk ik wel naar uit.”

Robin: ‘Presteren onder druk gaat meestal aardig goed. Ik ben vrij nuchter ingesteld’

5. Is manager/ondernemer

De topruiter laat zien hij dat hij zijn loopbaan zo succesvol mogelijk maakt door middel van een gezonde commerciële aanpak.

Jillian: “Ik ben geen ondernemer in de zin dat ik een bedrijf run, maar wel iemand die onderneemt. Ik heb eigenlijk gewoon mijn spullen gepakt en ben naar Engeland vertrokken. Een keer zou ik graag voor mezelf willen beginnen. Ik weet dat een stuk handel er gewoon bij hoort, want de kosten zijn hoog in de eventingsport. Als je in Engeland deelneemt aan een eventingwedstrijd betaal je zomaar 120 pond en als je wint krijg je 90 pond. Twee jaar geleden heb ik een zelf opgeleid paard verkocht dat voor China teamgoud heeft behaald op de Asian Games. Ik vond die verkoop lastig, want ze liep iedere wedstrijd in de prijzen. Maar je moet keuzes maken als je de sport wilt blijven beoefenen.”

Tani: “Drie jaar geleden ben ik begonnen met werken op stal bij Hans Hendriks. Ik volgde nog een HBO opleiding en reed niet op heel hoog niveau. Toen de vorige stalruiter vertrok, werd ik gevraagd. Dat was wikken en wegen. Wat ga ik doen? Uiteindelijk heb ik het toch gedaan. Een sprong in het diepe, maar ik heb er nooit spijt van gehad.

Ik heb dat ondernemerschap altijd gehad. Ik runde vanaf mijn negentiende thuis al een eigen stal, waar ik nog voor halve dagen werk. Ik leid jonge paarden op, ook voor de verkoop. In een paar jaar tijd heb ik al een mooi netwerk opgebouwd.”

Tani: ‘Het was een sprong in het diepe, maar ik heb er nooit spijt van gehad’