Bescherm je paard tegen rhinopneumonie

Waarom is de vaccinatiegraad tegen de virusziekte rhinopneumonie in België hoger dan in Nederland? Inge Frijters, verantwoordelijke voor de afdeling paard van Zoetis, is er verbaasd over. “Je hoort het meestal alleen als er een uitbraak met de gevreesde neurologische symptomen is. De luchtweg- en abortusvarianten komen veel vaker voor en zijn eveneens gevaarlijk. Gevaccineerde paarden scheiden minder virus uit, waardoor de virusdruk vermindert in een stal en daarmee ook het risico op die verlammingssymptomen.” Met vijf stellingen neemt ze onduidelijkheden weg.

Tekst Tessa van Daalen Beeld aangeleverd Zoetis, Arnd.nl

1.

De verkoudheidsvorm is niet zo erg en daarna heeft mijn paard immuniteit

Van het ‘Equine Herpes Virus’ (EHV) bestaan er verschillende types die ieder op zich verschillende symptomen veroorzaken. De twee belangrijkste types zijn EHV-1 en EHV-4, waarvan EHV-4 voornamelijk luchtweginfecties veroorzaakt. EHV-1 is het type dat ertoe kan leiden dat dragende merries in de laatste periode voor de geboorte hun foetus verwerpen. Het is ook voornamelijk EHV-1 dat zorgt voor de gevreesde uitbraken die verlammingsverschijnselen veroorzaken, waaraan paarden overlijden of levenslang verzwakt blijven. “De verkoudheidsvorm is minder onschuldig dan je misschien denkt”, waarschuwt Inge. “Paarden kunnen er erg ziek van worden en sommige paarden komen daarna nooit meer terug op hun oude niveau. Het is ook niet waar dat paarden die éénmaal rhino hebben gehad, het nooit meer kunnen krijgen. Die opgebouwde immuniteit neemt snel af. Als EHV uitbreekt, worden meestal alle paarden die ermee in aanraking komen ziek. En hoe meer virus ze binnenkrijgen, hoe zieker ze kunnen worden.” Ze verwijst naar de grote EHV uitbraak een paar jaar geleden op een groot concours in het Spaanse Valencia. “Dat was echt vreselijk.”


2.

Ik rijd geen wedstrijden, dus mijn paard komt nooit in aanraking met het virus

Rhinopneumonie komt overal voor en is ontzettend besmettelijk. Het wordt overgedragen door lichamelijk contact tussen paarden, bijvoorbeeld als je een paard laat snuffelen aan een soortgenoot. Maar het kan ook worden doorgegeven als je een paard aait en dan naar een volgende gaat. Of als een instructeur, hoefsmid, dierenarts of andere behandelaar bij een stal is geweest, waar een paard het misschien heeft zonder ziektesymptomen, en dan naar jouw paard gaat. Bijna tachtig procent van de paarden is drager. Zij hebben het virus dus ongemerkt bij zich. Het kan oplaaien onder invloed van stress of een periode van vermoeidheid, bijvoorbeeld door transport of zware training. “Natuurlijk is het risico op overdracht groter op een plek waar veel vreemde paarden bij elkaar komen en meer stress is, zoals een wedstrijd, een keuring of een handelsstal. Maar omdat het zo besmettelijk is, kan het ook op andere manieren bij jouw paard komen. Of misschien heeft hij het al bij zich.”


‘Het is niet waar dat paarden die éénmaal rhino hebben gehad, het nooit meer kunnen krijgen

Twee paarden die op stal staan kijken naar elkaar

Rhinopneumonie komt overal voor en is ontzettend besmettelijk. Het wordt overgedragen door lichamelijk contact tussen paarden, bijvoorbeeld als je een paard laat snuffelen aan een soortgenoot.

3.

Vaccineren heeft geen zin, want dat helpt toch niet tegen die gevaarlijke neurologische symptomen

Er zijn in Nederland meerdere vaccins tegen rhinopneumonie beschikbaar. Ze moeten na een booster ieder half jaar worden gegeven en aan merries drie keer tijdens de dracht. Geen enkel vaccin heeft, gezien de complexiteit, bescherming tegen de verlammingsvariant op de bijsluiter staan. “Maar áls je laat vaccineren, breng je daarmee wel de kans op verspreiding van het virus omlaag. Doordat de totale virusdruk afneemt, neemt ook de kans op die verlammingsvorm af.” Paarden die zijn gevaccineerd, zijn niet volledig gevrijwaard. Bij een grote uitbraak kunnen ze nog steeds ziek worden. “In de praktijk ziet men dat gevaccineerde paarden minder ziek worden en ook minder kans op restverschijnselen hebben.” Er zit één addertje onder het gras. Voor een optimaal effect moeten er zoveel mogelijk paarden van de stal worden gevaccineerd, om zo een goede groepsimmuniteit te verkrijgen.


4.

Ik wil niet vaccineren tegen rhinopneumonie, want daar wordt mijn paard ziek van en ik vind het te duur

Iedere vorm van vaccinatie kan een ent-reactie geven. Niet alle paarden krijgen last, maar sommige worden na een rhinopneumonie vaccinatie sloom, stijf of wat koortsig. “Paarden kunnen geen rhinopneumonie krijgen van de vaccinatie zelf, want het is een dood vaccin. Het is mogelijk om het te combineren met de influenza-vaccinatie, dan hoef je de dierenarts maar één keer te laten komen. De kosten, een paar tientjes? Tja, wat kost het niet als je paard ziek wordt? Door een uitbraak kan je je paard verliezen en moet de stal wekenlang op slot. Reken dat maar eens uit.” Er zijn ook mensen die hun paard tegenwoordig tegen het oprukkende West-Nijl virus laten vaccineren en het daarom te veel vinden dit er ook nog bij te doen. “Het kan beide, maar als je dat niet wilt, is rhinopneumonie een logischere keuze. Er zijn geregeld rhino-uitbraken, vaak met grote problemen.”


‘Het ligt enorm gevoelig’

Het begon met een paard dat koorts kreeg. “Die stond in één van onze buitenstallen en al snel werden meer paarden in dat rijtje ziek”, vertelt Niels Wennekers. Hij heeft een grote pensionstal in Noord-Holland. Afgelopen winter was het raak. “We hebben het ooit twintig jaar geleden gehad. Hoe het kan dat het nu weer bij ons oppopte is niet duidelijk. Volgens de dierenartsen en de GD die ons hebben begeleid is het pech.”


“Het komt een handvol keer per jaar voor in Nederland", vervolgt Niels. "Het merendeel van de paarden is drager. Het kan dus gebeuren. Maar vervelend is het wel.” Op het terrein is een speciale quarantaine afdeling aanwezig. “We hopen altijd dat die nooit gebruikt hoeft te worden. Maar nu kwam het goed van pas. Bij onze stal zit ook een dierenartsenpraktijk die ons bijstond. Daarnaast ging alles op slot, werden alle paarden dagelijks getemperatuurd en hebben we de maatregelen goed gecommuniceerd naar iedereen.”

Hij beschrijft de paniek die er ontstond onder pensionklanten. “We hebben meteen openheid van zaken gegeven en een voorlichtingsavond georganiseerd. De communicatie is erg belangrijk, want het ligt enorm gevoelig. Er kunnen snel allerlei verhalen rondgaan en door transparant te zijn kun je die hopelijk voorkomen.”


Van de acht zieke paarden overleden er drie. De andere vijf knapten op. “Nadat de eerste paarden in quarantaine waren gezet, kwamen er gelukkig geen nieuwe ziektegevallen bij. Daardoor is het uiteindelijk allemaal relatief snel voorbij gegaan.” Na vier weken gaf de GD aan dat het bedrijf weer open kon. “Dat is ook een spannend moment”, verzucht Niels. “Gelukkig ging alles goed.”

Een paard heeft een snotneus

“De verkoudheidsvorm is minder onschuldig dan je misschien denkt”, waarschuwt Inge Frijters. 

5.

Wij nemen managementmaatregelen, dus onze paarden krijgen het niet

Ieder paard zijn eigen dekjes, emmer, borstels en harnachement. Paarden in vaste groepen houden met de jonge paarden, wedstrijdpaarden en fokmerries van elkaar gescheiden. Nieuwe paarden minimaal vier weken in quarantaine zetten. Geen bezoekers van stal naar stal laten lopen. Handen wassen of zelfs schone kleren aantrekken als je bij andere paarden bent geweest. Erg oppassen met de nageboorte en andere afscheiding, als een merrie een veulen heeft verworpen. Het zijn allemaal maatregelen die helpen om EHV-verspreiding te voorkomen. “Maar het is een hardnekkig, onzichtbaar virus dat, als meer paarden binnenstaan, makkelijk rondgaat. Het kan ook spontaan terugkomen bij een paard dat eerder in aanraking is gekomen met het virus en daar toen misschien niet zichtbaar ziek van is geworden. Als een paard op stal verkoudheidsverschijnselen heeft, aarzel dan niet en waarschuw meteen je dierenarts. Die kan testen of het EHV betreft, waarna je maatregelen kunt nemen om andere paarden hopelijk nog te beschermen. Maar eigenlijk ben je dan al te laat, er bestaat geen medicatie om rhino te genezen. Je kunt dus veel leed voorkomen door preventief te vaccineren. Met vaccinatie bescherm je niet alleen je eigen paard, maar ook dat van anderen.”


Een wit paard staat op stal

‘Het virus kan oplaaien onder invloed van stress of een periode van vermoeidheid, zoals bij transport of zware training

Een afbeelding van het virus rhino door de stallen

Rhino is een hardnekkig, onzichtbaar virus dat, als meer paarden binnenstaan, makkelijk rondgaat.

Een afbeelding van de verspreiding van virusdeeltjes

In de praktijk ziet men dat gevaccineerde paarden minder ernstig ziek worden. 

‘Speel geen Russisch roulette met je paard’

Door allemaal je steentje bij te dragen, kunnen we EHV onder de duim krijgen. Dat is de mening van dierenarts Marco de Bruijn van paardenkliniek Wolvega. Hij weet als geen ander wat de gevolgen kunnen zijn van een uitbraak. In mei 2018 kreeg een paard dat een orthopedische ingreep had ondergaan een dag later verlammingsverschijnselen. Al snel verspreidde de neurologische variant van EHV zich als een lopend vuurtje door de kliniek. “We konden niet anders dan de richtlijnen volgen en de kliniek op slot gooien in de drukste maand van het jaar.” Alle klanten die een paard bij hen hadden staan of die met een paard in de kliniek waren geweest binnen de incubatietijd van twee weken, werden gebeld. “Er volgden nog drie pittige uitbraken bij grotere paardenbedrijven en bij twee particulieren. Uiteindelijk zijn er zes paarden overleden.”


Wolvega richtte een speciale quarantaineplek in met noodstallen en eigen behandelteams buiten de kliniek, die tot in alle hoekjes werd ontsmet, zodat daar het werk na twee weken kon worden hervat. Er werd open en eerlijk gecommuniceerd en de kliniek nam alle verzorgingskosten op zich. “De financiële schade was enorm”, bekent De Bruijn, die aangeeft hoe belangrijk het is dat er meer paarden worden gevaccineerd tegen deze aandoening. “Wij hebben een grote ‘paarddichtheid’ in Nederland en er wordt veel mee gereisd. Dat werkt het virus in de hand. Het is bewezen dat het vaccin tegen de abortusvariant werkt. Daarnaast is óók bewezen dat vaccinatie ervoor zorgt dat paarden minder hoge koorts krijgen en minder lang ziek worden. Hoe langer ze koorts hebben, hoe groter de kans op de verlammingsvariant. Het is dus wel degelijk waar dat paarden die goed zijn gevaccineerd minder kans hebben op de neurologische vorm. Los daarvan is het niet zo dat de verkoudheidsvorm onschuldig is. Paarden hebben vaak wekenlang vormverlies.”


De dierenarts legt uit hoe vreselijk het is om een uitbraak mee te maken. “Ik herinner me mijn eerste keer. Ik kwam in zo’n maanmannetjespak binnen bij een stoeterij waar er twee lagen. De dag erna lagen er vier. Je bent machteloos. Dat wil je echt niet meemaken. Daarom raad ik iedereen aan om zijn/haar paard te laten vaccineren. Ook als je stalgenoten niet mee willen doen. Het is namelijk bewezen dat die ene gevaccineerde bij een uitbraak veel minder ziek wordt. Dat is je toch die paar tientjes wel waard…?”