MONIEK DE

LANGE

MARISA

WILKES

JUDITH

HOOIJERINK

Moniek poseert met haar paard in het bos

MONIEK DE LANGE

Marisa staat met haar paard in wedstrijdoutfit in de wei

MARISA WILKES

Judith en haar moeder poseren samen een paard

JUDITH HOOIJERINK

Moniek de Lange rijdt op een bruin paard in de rijbak in wedstrijdoutfit

Moniek:

‘Je moet eigenwijs zijn op de juiste momenten’

Voor Moniek de Lange (26) was het najagen van haar passie niet vanzelfsprekend. Onzekerheid loopt als een rode draad door haar leven, waardoor het niet makkelijk was om te komen waar ze nu staat. Dankzij een flink portie doorzettingsvermogen en de juiste begeleiding bij RSC Zeewolde, is Moniek nu een zelfverzekerde professional in de paardenwereld.


Als klein meisje ging Moniek met haar ouders naar de camping. De pony’s die daar liepen hadden een enorme aantrekkingskracht op de vierjarige kleuter. Moniek: “Ik wilde niets liever dan een ritje maken, maar ik durfde het niet te vragen want ik was veel te verlegen. Aan het einde van de vakantie had ik moed verzameld en zat ik erop. Dat ritje was genoeg om me verliefd te laten worden op paardrijden. Achteraf gezien een life-changing moment.”

Papa’s meisje

Monieks ouders voelden alles behalve die aantrekkingskracht. Haar moeder was zelfs angstig voor paarden. Maar haar vader zag dat de paarden het verlegen meisje lieten opbloeien, dus ondersteunde hij Monieks passie. Moniek vertelt: “Op mijn vader kon ik altijd rekenen, ondanks dat hij er niets vanaf wist. Zelfs toen mijn ouders gescheiden waren en ik op papa-dag naar de manege wilde, ging hij met me mee. Zo kon ik genieten van de paarden en hij genoot van mijn geluk.” Toen Moniek zes jaar was, mocht ze eindelijk op paardrijles bij de manege in Almere-Stad. “Het was een droom die uitkwam. Ik wilde zo vaak rijden als ik kon, maar dat ging niet want het was een dure hobby.” Toen ze na een paar jaar de overstap maakte naar de manege in Almere-Haven, mocht ze ook meedoen aan de manegewedstrijden. “Ik keek daar enorm naar uit, want dat was een extra rijmoment.”

Moniek in de draf door de bak

Onzekerheid

Het rijden van een F-proef was belangrijk voor Moniek. Ze wilde het graag goed doen. “Ik voelde altijd een enorme druk. Het halen van de proef was een bevestiging dat ik kon paardrijden. Mensen van de manege hadden wel eens gezegd dat ik niet ver zou komen omdat ik geen talent had. De onzekerheid die dat opleverde zorgde ervoor dat Moniek even helemaal is gestopt met wedstrijden rijden op de manege. “De liefde voor paarden was er nog, maar de wereld eromheen vond ik niet leuk.” Pas toen ze door haar stage bij RSC Zeewolde kwam werken, ontdekte ze dat het ook anders kon. “De begeleiding was een wereld van verschil met de maneges waar ik eerder reed. Ik groeide, zowel als ruiter als in mijn omgang met paarden. Ik heb zelfs de instructeursopleiding gevolgd. Nu rijd ik een aantal paarden van pensionklanten en leid ik jonge paarden op. Met één daarvan ben ik onlangs L1 gestart, want we vlogen door de B heen. Daar groeit je zelfvertrouwen dan wel weer van.” Het was een lange weg om te komen waar Moniek nu staat. “Ik denk dat dit goed voor me was omdat ik heb geleerd niet op te geven. Het rijden op de manege heeft me de basis geleerd. Nu kan ik toch een mooi L1 rondje door de baan sturen en kan ik ook anderen de basis bijbrengen.”


Marisa zit op een grote vos en kijkt in de camera

Marisa:

‘Bij KNHS-proeven kwam ik beter tot mijn recht, want ik wilde samen met het paard groeien’

De ontmoetingen met de paarden van Marisa Wilkes’ (24) familie in het buitenland waren misschien op twee handen tellen, maar het was precies genoeg om het paardenvirus op haar over te brengen. Het paardenmeisje stapte op negenjarige leeftijd Stal ‘t Kabel van Sanne Winters binnen en bleek veel talent te hebben voor de paardensport.


Marisa herinnert zich nog hoe ze op slag verliefd werd op de sfeer op de manege. De omgeving, maar ook de vriendjes en vriendinnetjes zorgden ervoor dat ze daar graag was. Marisa: “Op woensdag keek ik al uit naar de les van zaterdag. Zoveel zin had ik erin!” Al na een paar maanden stelde Sanne aan Marisa’s moeder voor om deel te nemen aan een onderlinge wedstrijd. “Dat vond ik natuurlijk fan-tas-tisch. Alleen al omdat ik een wedstrijdjasje aan mocht.” 

Een perfecte proef was toen nog helemaal niet belangrijk. Marisa genoot vooral van zo’n dag met vriendinnen en het feit dat haar ouders kwamen kijken. Zij deelden die passie misschien niet, maar van een afstandje genoten ze wel van haar ponygeluk.


Trainen met een doel

Het competitieve kwam pas toen Marisa aan het EquiTalent plan meedeed. Een innovatief programma, waarbij manegeruiters de kans krijgen om onder begeleiding van ervaren professionals te trainen. “We kregen twee keer per week les en mochten meedoen aan verschillende clinics. Ook stelden we doelen op, dus toen werd het allemaal een stuk serieuzer.” Het EquiTalent van het Jaar krijgt negen maanden lang een KNHS startpas met een paard of pony naar keuze. “Dat was super motiverend en ik kan zeggen dat dit een enorm keerpunt was voor mij, want toen begon ik echt te groeien als ruiter.”

Marisa beloont haar paard na het rijden

FNRS en KNHS

Als onderdeel van het EquiTalent plan reed Marisa naast F-proeven ook KNHS proeven. “Dan merk je wel dat er verschil zit in de manier waarop er gejureerd wordt. Bij de FNRS proeven lag de nadruk op de houding en de zit van de ruiter. Natuurlijk was er aandacht voor de combinatie, maar er werd zeker rekening gehouden met het feit dat je op een manegepaard reed.” Bij de KNHS-proeven is het totaalplaatje belangrijker. De harmonie tussen ruiter en paard is bijvoorbeeld een belangrijk onderdeel van de proef. “Ik kwam daar beter tot mijn recht, want ik wilde samen met het paard groeien. Daar trainde ik op.” Marisa veroverde de allereerste titel van EquiTalent van het Jaar. Twee jaar geleden moest ze helaas noodgedwongen afscheid nemen van haar eigen paard Jovi die na haar talentenjaar op haar pad kwam. Vanwege een onherstelbare blessure moest hij worden ingeslapen. Toch weerhield dat verdriet haar er niet van om op zoek te gaan naar een nieuw maatje en door te blijven groeien. "Op dit moment heb ik een sterke band met de merrie Wastrona die ik lease bij Stal 't Kabel. We zijn momenteel actief in de M1-klasse en ik hoop binnenkort de stap te kunnen zetten naar M2-niveau. Daarna ga ik rustig op zoek naar een nieuw eigen paard om mee aan de slag te gaan en mijn passie voor de sport verder te vervullen.”


Judith rijdt op een schimmelpaardje in de rijbaan in haar wedstrijdoutfit

Judith:

‘Het is superfijn dat mijn moeder me altijd zo gesteund heeft en nu mee gaat op wedstrijd’

Judith Hooijerink (19) en haar moeder Mariska kwamen jaren geleden via familie in aanraking met paarden. Dochter Judith was op slag verliefd en dat was voor de angstige Mariska toch even slikken. Dankzij fijne hulp en begeleiding op FNRS Manege De Meiden van Haarman in Laren gaan moeder en dochter nu vol vertrouwen als ware paardenmensen samen op wedstrijd.


Door klasgenootjes raakte Judith op zevenjarige leeftijd geïnteresseerd in paarden en tijdens een visite bij haar nichtje maakte ze voor het eerst kennis met paardrijden. Moeder Mariska vertelt: “Dat was een schot in de roos, want vanaf het eerste moment zat ze met een grote glimlach op de pony’s. Zelf heb ik helemaal geen affiniteit met paarden. Maar toen ik haar enthousiasme zag, zijn we toch op zoek gegaan naar een manege in de buurt. Dat werd Manege Meiden van Haarman. In het begin was het voor mij allemaal erg spannend. Ik vond paarden en pony’s gewoon eng en wist niet hoe ik Judith kon helpen. Daarom stond ik altijd het liefst bij de deur. Vasthouden van de pony deed ik al helemaal niet.

Door alle hulp op de manege leerde ik langzaam meer over paarden en hun gedrag. Mijn zelfvertrouwen groeide en daardoor durfde ik Judith steeds meer te helpen bij de verzorging. Sterker nog, ik begon het zelfs leuk te vinden.”


Samen groeien

Het duurde niet lang voordat het tweetal iedere week te vinden was op de manege en ook daar op elkaar ingespeeld raakte. Van opzadelen en poetsen tot buiten zetten, moeder en dochter deden het op den duur allemaal samen. Hun leergierigheid zorgde ervoor dat ze zich bleven ontwikkelen. Judith zegt er zelf over: “Vanaf het begin vond ik paardrijden helemaal geweldig. Ik had totaal geen angst. Dat veranderde even na een voorval met een pony in de stal, maar door wat extra begeleiding is dat gelukkig weer goed gekomen. En als ik het echt niet vertrouw, dan vraag ik gewoon om hulp. Na een aantal jaar in de manegelessen leek het me leuk om deel te nemen aan een wedstrijd op de manege. Ik begon in de F3, omdat ik al wat ervaring had. De drang om te presteren was er bij mij meteen al. Voor iedere proef die je haalde, kreeg je een stempel in het FNRS-paspoort. Soms lukte dat niet en dan waren er dikke tranen.” Mariska vult aan: “Gelukkig duurde dat nooit lang. Een week later was Judith weer gemotiveerd om zichzelf te verbeteren. Ze ging zelfs aan haar springangst werken en schreef zich ook in voor de S-proefjes. Ondertussen maakte ik net als haar stappen. Ik heb nu geen enkele angst meer om een paard vast te houden of ermee te wandelen. Als Judith rijdt, zie ik steeds beter wat er wel en niet goed gaat. Ik weet inmiddels hoe alle figuren heten en hoe je ze moet rijden. Heel handig voor wanneer ik de proeven moet voorlezen.”

Judith: “Het is superfijn dat mijn moeder me altijd zo gesteund heeft in dit hele traject en nu mee gaat op wedstrijd. Echt teamwork! Inmiddels heb ik een verzorgpaard, waar ik KNHS-wedstrijden mee rijd. Voor iedere wedstrijd nemen we altijd samen de proef door op een A4-tje. Een B-proef is toch weer wat anders dan een F-proef.”


Een sterk team

Ondanks dat de dames van oorsprong geen paardenachtergrond hadden, hebben ze zich op de manege weten te ontwikkelen tot een sterk team met gevoel voor paarden. Judith is als beginnende manegeruiter opgeklommen tot enthousiaste wedstrijdruiter en moeder

Mariska geniet als groom zichtbaar vanaf de zijlijn. Judith: “Als ik terugkijk op mijn weg in de paardensport, vind ik het leuk om te zien dat ik nu geniet van hetgeen waar ik vroeger het meest bang voor was: springen. Door te beginnen met 30 centimeter in de S-proeven kreeg ik langzaam meer zelfvertrouwen. Nu spring ik 80 centimeter met uitschieters tot een meter en mocht ik zelfs deelnemen aan het NK Springen voor Manegeruiters in Ermelo. Een geweldige ervaring!”


Moeder van Judith leest een dressuurproef voor