1 Communiceren met je lichaam

Leer je eigen lichaamstaal kennen. Dat is als ruiter sowieso van grote waarde en bij grondwerk mogelijk van nog groter belang. Je moet heel bewust zijn van wat je eigenlijk aan het paard ‘vertelt’. Daarvoor moet je zelf zowel motorisch als mentaal in balans zijn.

2Afwisseling in het werk

Afwisselen met longeren. Alleen maar in stap werken is best saai voor een paard. Daarnaast wil je, net als onder het zadel, werken met impuls en nageeflijkheid. Daar heb je een voorwaartse gang voor nodig.

3​​​​​​​Gewenste en ongewenste reacties

Wees scherp op de reactie die het paard geeft. Is het wat je vroeg? Beloon vervolgens de gewenste reacties uitvoerig. De ongewenste reacties kun je beter niet afstraffen, maar proberen onmogelijk te maken. Dat vergt enige creativiteit. Je moet de ongewenste reacties direct kunnen herkennen en omzetten naar het juiste door stimulatie.

1

Zweepgebruik

Slaan met de zweep. Als je het paard afstraft met de zweep, wordt hij er bang van. Het paard moet de zweep kennen als vriendelijk hulpmiddel. Wijs ook niet te hoog met je zweep als je geen signalen wilt geven. De zweep optillen is namelijk een voorwaartse hulp. Als je niets wilt aanzetten, laat je de zweep naar de grond wijzen.

2Sloffen en rennen

Laten sloffen of juist zonder controle heel hard laten rennen aan een halster aan de longe. Dat is prima als je paard een dagje vrij heeft, maar realiseer je dat dat geen werken is. Als je wilt gymnastiseren aan de longe, moet je met een lichte bijzet aan de slag om verbinding in het lijf te krijgen.

3​​​​​​​Niet leunen

Tegen je paard aan leunen. Je moet niet zelf je lichaam in de strijd gooien, want daar raakt het paard alleen maar van uit balans, zeker als je met teugels werkt. Zorg er ook voor dat op beide teugels evenveel verbinding is. Als je het paard te veel buigt, loopt hij juist over de buitenschouder weg en buigt het niet in het hele lijf.

1 

Voorbereiding als sleutel tot succes 

De kracht van dressuurmatig grondwerk begint met een sterke voorbereiding. Ontdek welke methode bij jou past, maak een plan en verdiep je in kennis via boeken, video's of lessen. Zo werk je met vertrouwen en een helder beeld aan een sterke verbinding met je paard. 

2

De kracht van herhaling is je geheim

Grote resultaten komen voort uit het herhalen van kleine, consistente trainingen. Door steeds terug te keren naar de basis en stap voor stap de comfortzone van jou en je paard uit te breiden, bouw je aan blijvende vooruitgang.

3Zie obstakels als kansen om te groeien
Uitdagingen zijn geen problemen, maar momenten om te leren. Blijf rustig en schakel hulp in om jou en je paard verder te helpen.

4Elke stap telt
Grote veranderingen beginnen bij kleine aanpassingen. Breek oefeningen op in de kleinst mogelijke stappen en beloon je paard voor elke poging om dichter bij het gewenste gedrag of de gewenste beweging te komen.

5Eindig altijd op een hoogtepunt
Sluit elke sessie af met een moment van succes, hoe klein ook. Dit geeft je paard (en jou) vertrouwen en motiveert hem voor de volgende keer.

1

Trainen zonder een doel 
Elke sessie moet een doel hebben, hoe klein ook. Zonder een plan verlies je focus en geef je onduidelijke signalen aan je paard. Zelfs een paar minuten bewust werken kan  waardevoller zijn dan een lange, doelloze training. 

2Overprikkelen
Te veel nieuwe informatie of snelle veranderingen kunnen je paard overweldigen. Bouw de training rustig op en geef hem de kans om te begrijpen wat je vraagt voordat je iets nieuws introduceert.

3Vergelijken met anderen
Ieder paard en iedere trainer heeft een eigen tempo. Het vergelijken van je vooruitgang met die van anderen leidt alleen maar tot frustratie. Focus op je eigen reis en groei samen met je paard.